CD Recensies

HÄNDEL: ALCINA; TAMERLANO, MARCON, ROUSSET

Händel: Alcina HWV. 34. Patricia Petibon (s., Alcina), Philippe Jaroussky (ct., Ruggiero), Anna Prohaska (s., Morgana), Katerina Bradic (ms., Bradamante), Anthony Gregory (t., Oronte), Krzystof Baczyk (bs., Melisso) en Elias Mädler (js., Oberto) met het Music Aeterna koor en het Freiburgs barokorkest o.l.v. Andrea Marcon. Erato 0190295-97436-7 (2 blue-ray dvd’s, 3u. 02’00’). 2015

 

Händel: Alcina HWV. 34. Sandrine Piau (s., Alcina), Maite Beaumont (ms., Ruggiero), Angelique Noldus (ms., Bradamante), Sabina Puertorias (s., Morgana), Chloe Briot (s., Oberto), Daniel Behle (t., Oronte), Giovanni Furlanetto (bs., Melisso) en Edouard Higuet (Astolfo).

Händel: Tamerlano HWV. 18. Sophie Karthäuser (s., Asteria), Ann Hallenberg (ms., Irene), Delphine Galou (a., Andronico), Christophe Dumaux (ct., Tamerlano), Jeremy Ovenden (t., Bajazet), Nathan Berg (bs., Leone), Caroline D’Haese (Zaida) met Les talens lyriques o.l.v. Christophe Rousset. Alpha ALPHA 715 (2 dvd’s, 6u. 18’58”). 2015

 

Händels opera seria Alcina uit 1735 kent een vrij vlot verlopende handeling met een pakkende mengeling van erotiek en tovenarij op een betoverd eiland dat door de titelfiguur wordt geregeerd.

In dit tweetal audiovisuele opnamen wordt het werk met meest voortreffelijke zangers en een interessante, meest eenvoudige vormgeving die een beroep doet op de fantasie van de kijker op heel hoog niveau gebracht.

In de opname van Marcon is natuurlijk Patricia Petibon als hedonistische tovenares de grote ster. Ze weet op extroverte wijze geel goed vocaal te achteren. Glanspunten zijn haar helder en expressief gezongen aria’s ‘Si, non quella, non più bella’ en ‘Ah, mio cor! Schemito sei!’, maar het echte hoogtepunt is ‘Mi restano le lag rime’. 

Naast haar geeft Philippe Jaroussky een uitstekend beeld van de ridder Ruggiero, de verloofde van Bradamante wiens vees zwak blijft met zijn liefde voor Alcina. Hij zingt met inhouden passie. Ook de prachtig zingende en acterende Anna Prohaska maakt in zang en handelen haar seksuele behoeftes op emotionele wijze goed duidelijk.

Wat afstandelijker klinkt Anthony Gregory in de enigszins verloren rol van Oronte. Daarentegen ontwikkelt Katarina Bradić de nodige dramatische energie als Bradamante. Er was een risico om een jongenssopraan van het Tölzer Kabenchor, Elias Mädler, in te zetten als Oberto, die op zoek is naar zijn vader. Maar zijn ‘Chi m’insegna il caro padre’ lukt goed. Het koor, dat geen grote inbreng heeft, functioneert goed en Andrea Marcon zorgt voor een alerte, puike begeleiding. 

De opname werd gemaakt in het Grand Théâtre de Provence onder normale toneelcondities. Een bezwaar kan zijn dat deze alleen in blue-ray vorm verkrijgbaar is.

De opvoering van Rousset was het eerst te zien in Drottningholm en daarna in Amsterdam en Brussel. Heel wat operaliefhebbers zullen er speciale herinneringen aan hebben.

Enigszins omstreden was de regie van Pierre Audi die doorgaans kiest voor een duidelijke post-barok vormgeving wat hier enigszins claustrofobisch en nogal van menselijkheid ontdaan uitpakt.

Maar gelukkig vergoedt de muzikaal door Rousset en zijn team meesterlijk ingevulde belangrijke inhoud veel aan de wat twijfelachtige vorm. Vanaf de ouverture klinkt de muziek fantastisch van textuur, spiritualiteit en sfeer. Hooguit de theorbe die de gaten vult in ‘Ah, mio cor’ klinkt te metalig.

Ook hier is begrijpelijk Sandrine Piau de ster in de titelrol. Ze zingt met passie, articuleert nauwkeurig, maakt mooie versieringen en treft de emotionele essentie van haar rol.

De rest van de bezetting blijft gelukkig nauwelijks achter qua niveau.

 

En dan is er op Alpha nog Tamerlano extra. Hier overtuigt Audi sterker omdat hij er een waar Shakespeariaanse tragedie van maakt. Zo worden de gemiste kans van Asteria om Tamerlano te vermoorden en de zelfmoord scène van Bajazet vanzelf tot hoogtepunten.  

Jammer dat een paar coupures zijn aangebracht, ondermeer de overgang van de tweede naar de derde acte.

Sophie Karthäuser weet vocaal goed raad met de paradoxale momenten van wanhoop en noblesse. De twijfels van Andronico tussen politiek opportunisme en liefde worden treffend geuit door Dephine Galou en de manier waarop Ann Hallenberg de afgewezen verloofde Irene van Tamerlano voordraagt, is om door een ringetje te halen. De despoot Tamerlano zelf klinkt bruut bij Christophe Dumaux, maar ook wat ongelukkig en Jeremy Ovenden geeft de tussen verwardheid en wanhoop slingerende gevoelens van Bajazet pakkend weer. Luister maar naar zijn ‘Empio per farti guerra’.

Rousset maakt de levendige momenten van verzet, eenzaamheid, inkeer, toewijding en liefde orkestraal haast tastbaar. De enscenering en de kostuums lijken zo van een Renaissance schilderij te komen. Beter kan haast niet.

Alle interpretatieve plusjes en minnetjes tegen elkaar weg strepend, eindigen beide opname op vrijwel hetzelfde hoogste niveau en verdringen ze de dvd opnamen van Alan Hacker (ArtHaus 100.339) en Marc Minkowski (ArtHaus 101.571) van  hun voorrangs plekken.

Bepalend voor de uiteindelijke keus is of men wel of niet blue-ray dvd’s kan afspelen en of men een mooie Tamerlano als tweede opera op prijs stelt.