CD Recensies

KARNAVICIUS: STRIJKKWARTETTEN NR. 1-4

Karnavicius: Strijkkwartetten nr. 1 op. 1 en 2 op. 5. Vilnius Strijkkwartet.  Ondine ODE 1351-2 (76’24”). 2020
 
Karnavicius: Strijkkwartetten nr. 3 en 4. Vilnius Strijkkwartet. Ondine ODE 1387-2 (61’58”). 2020 
 
Buiten Litouwen is de componist Jurgis Karnavicius (1884 - 1941) nauwelijks bekend, dus zijn we op de toelicht bij deze cd’s en Wikipedia aangewezen om meer van hem aan de weet te komen. Dan blijkt dat hij in St. Petersburg rechten studeerde maar al gauw besloot in de muziek te gaan door altviool te studeren en zelf in St. Petersburg docent te worden. In 1927 keerde hij terug naar Litouwen enwerd docent in Kaunas.
Als componist schreef hij de opera Grazina in 1933 en andere theaterwerken. Tot zijn orkestwerken behoren de Symfonische gedichten Ulalume uit 1917 en het Ovale portret uit 1927. Maar hier gaat het om zijn vier Strijkkwartetten. Die ontstonden in respectievelijk 1913, 1917, 1922 en 1925. Muziek uit de periode rond W.O. 1, maar dat vond nauwelijks weerslag in de overheersend epische kwartetten. Eerder denkt men aan een noordelijke Smetana. 
Zoals bij meer componisten wier creatieve periode samenvalt met een overgang van stijl, in dit geval van laatromantisch naar modern, vallen deze Strijkkwartetten wat de eerste twee betreft nog onder de romantische noemer, terwijl in het volgende tweetal een moderner idioom hoorbaar wordt. Dat uit zich in andere vormen en andere harmonieën terwijl het melodieuze karakter iets is ingeperkt. Desondans is het langzame begin van Strijkkwartet nr. 3 op een bepaalde manier toch wel zangerig à la Rachmaninov. Het herinnert ook enigszins aan Schönbergs Verklärte Nacht. 
Karnivacius gebruikt ook traditionele Oost-Europese ritmen uit de volksmuziek om zijn muziek te kruiden in de snelle delen. Met 41’37” is nummer 2 het langst, maar het materiaal is zo goed en zo mooi verwerkt dat het geen minuut verveelt. Maar eigenlijk genoot ik het meest van nr. 4. Dalia Kuznecovaité en Artűras Šilalė (v) Kristina Anusevičiūtė (va) en Deividas Dumčius (vc) spelen deze werken bijzonder mooi met heldere timbres en duidelijke contouren.
Tot op zekere hoogte vult Karnivacius de kloof tussen Tchaikovsky en Shostakovitch. Dit schijnt het enige te zijn dat van hem op cd verscheen.