CD Recensies

NONO: LONTANANZA NOSTALGICA UTOPICA FUTURA, LA

Nono: Lontananza nostalgica utopica futura, La; Hay que caminar sonando. Gidon Kremer. DG 435.870-2, 474.326-2 (60’00”). 1990
 
Nono: Lontananza nostalgica utopica futura, La. Irvine Arditi.Montaigne MO 782.133-2 (60’12”). 1992
 
Nono: Lontananza nostalgica utopica futura, La. Melise Mellinger (v) en Salvatore Sciarrino (elektr.). Kairos KAI 12102 (61’35”). 2002
 
Nono: Lontananza nostalgica utopica futura, La; Van Eck: Nuctemeron Tiziana Pintus (v), Schreck ensemble. Sub Rosa ST 309 (2 cds, 1u., 38’50”). 2009 
 
Nono: Lontananza nostalgica utopica futura, La. Marco Fusi (v) en Pierluigi Bilone (elektr.). Kairos KAI 15096 (61’12”). 2020 
 
La Lontananza voor viool en 8-sporen tape uit 1988 is in menig opzicht de essentiële expressie van Nono’s briljante gaven. Zijn muziek kwam voort uit het leven, moest tot verheffing dienen en was niet gebonden aan conventies. De vorm was gewoon een ‘construct’ dat dient om zijn idealen als vrije geest te verwezenlijken. Veel van zijn werken hebben een vooral politieke betekenis, maar hier gaat het zuiver en alleen om de geest van kunst. Wat is de werkelijkheid? Wat is slechts illusie? 
Het werk werd gemaakt terwijl Nono werkzaam was aan de elektronische studio van Heinrich Strobel in Freiburg. Nono kwam op de gedachte vor dit werk tijdens een wandeling bij een klooster in Toledo waar hij op een muur de inscriptie ‘Zwerver, er is geen weg, het gaat alleen om lopen’ en hij leende de term ‘lontanananza’ (uit de verte’) van Salvatore Scriarrino.
La Lontananza heeft een ondertitel: ‘Madrigale per più ‘caminantes’ con Gideon Kremer’ voor soloviool, 8-sporen tape en 8 tor 10 muzieklessenaars. Daarbij kan de vertolker die over ongeveer 75 minuten tapemateriaal beschikt een keuze maken en het geluidsvolume van de acht in de ruimte om hem heen regelen. Hij heeft de beschikking over zes gedeelten van de muziek, elk op een andere lessenaar.
In het werk wordt iets gesuggereerd van een reiziger die zich op onbegaanbare wegen voortbeweegt. Dat maakt ook iedere opname tot een unicaat en min of meer ‘geldig’. Zelf heb ik uiteraard een voorkeur voor de opname van de initiator van het werk, Kremer. Juist ook omdat hij samen met Sofia Goebaildulina en Nono de tape voorbereidde. In Hay que caminar sonando speelt hij samen met violiste Tatiana Grindenko.